Klas zonder regels
Na 25 jaar ouderschap sta je niet zo snel meer ergens van te kijken, maar soms word je toch nog verrast. Zo vonden mijn vrouw en ik onlangs ’s avonds laat een briefje van onze zesjarige dochter op tafel met daarop de woorden: ik wil huisregols. Op het whiteboard had ze alvast netjes een vak getekend waarin we de regels konden noteren. We keken elkaar verbaasd aan… De volgende dag kregen we de toelichting. Van ‘Ik las in het boek van muis en die hadden ook regels…’ kwamen we uit bij ‘Van regels wordt het netjes en opgeruimd en dat vind ik fijn.’
Inderdaad, ondanks dat we orde in ons gezin belangrijk vinden en ook grenzen stellen, hebben we in ons huis geen lijst met huisregels. Gedrag was en is in ons gezin allereerst een gespreksonderwerp. We vinden het belangrijk om de kinderen te stimuleren om zelf na te blijven denken over de keuzes die ze maken. Als het soms nodig is om een afspraak te maken, dan proberen we die te koppelen aan een ‘paraplu-regel’, een principe waaronder meerdere kleine afspraken een plek kunnen hebben, zonder dat we die allemaal moeten benoemen en in een oerwoud van afspraken en regels verzanden. Een voorbeeld is bijvoorbeeld de afspraak voor de zondag (in ons gezin nadrukkelijk een samen-dag): samen-dingen gaan op zondag vóor dingen die je alleen doet. Hiermee geven we sturing aan media-gebruik op zondag en besparen we ons de moeite van het formuleren van waterdichte steekhoudende argumenten rondom allerlei details.
De vraag van onze dochter deed me denken aan de start van de CL4-school waarop ik werkte. Omdat we zouden gaan werken met tieners die baat hadden bij duidelijke grenzen, hadden we al vóor de start een stevig set huisregels klaarliggen. De omvang van zeven A4-tjes benadrukte de zorgvuldige doordenking van zowat alles wat uit het leerlingenbrein zou kunnen voortkomen. Ons eerste ‘wapen in de strijd’ bleek echter uiteindelijk als een boemerang te fungeren. De leerlingen zochten ijverig en met succes naar de gaatjes in onze formuleringen, wat vaak leidde tot woordenwisselingen. ‘Peter, ik zag jou in de gang rennen, maar de regel is dat we dit niet doen’. ‘Ja maar, dit was in het halletje bij de deur en dat is nog niet de gang.’ ‘Peter, je weet heel goed dat we met deze regel bedoelen dat we in het schoolgebouw niet rennen.’ ‘Ja, maar u rende net ook toen u achter me aan kwam… En trouwens, de ene mens loopt toch gewoon sneller dan de ander, dus!’ Een uurtje later: ‘Marieke, we hebben de afspraak dat je al je brood opeet.’ ‘Ja maar dit is geen brood; het is koek.’ ‘Marieke, je snapt vast wel dat we met brood ook koek bedoelen.’ ‘Oké, maar het beleg eet ik dus niet op, want dat is geen brood of koek.’ De reacties pasten enerzijds bij de problematiek van de leerlingen op onze school (autisme, hechtingsstoornis), maar we moesten uiteindelijk ook erkennen dat ze ook werden opgeroepen door het keurslijf van onze regels... Het (ont)houden van alle regels moet geen pretje geweest zijn voor de leerlingen, evenals dat het up to date houden ervan ook geen pretje voor ons was. Toen er andere collega’s in onze groep bij kwamen, bleken ‘al die duidelijke regels’ behalve steun ook nog eens ruis op te leveren. Tja, we hadden het zo goed bedoeld... Terugkijkend op die tijd realiseer ik me opnieuw hoeveel je als opvoeder door de jaren heen kunt bijleren en moet afleren, in dit geval met je leerlingen als leermeester. Dank je wel voor jullie feedback, jongens en meisjes!
We leerden ons lesje en met een aantal tussenstappen gooiden we door de jaren heen het roer in onze klas om. We transformeerden naar ‘een klas zonder regels’, zoals de leerlingen dat noemden. Uiteraard gaven we dagelijks tips of aanwijzingen en lieten we de leerlingen ook de gevolgen ervaren van de keuzes die ze maakten. Af en toe maakten we ook een persoonlijke afspraak met een leerling. Maar tot het formuleren van regels kwam het niet of nauwelijks meer. Onze leerlingen waren trots op hun klas zonder regels en wilden dat ook graag zo houden. Niet omdat ze een hekel hadden aan structuur, maar omdat ze invloed konden hebben op het proces en onze erkenning voor hun eigen denkwerk ook waardeerden. Als we soms per ongeluk het woord ‘regel’ gebruikten, werden we direct gecorrigeerd. ‘Ho mees, we hebben hier geen regels, maar alleen afspraken.’ Uiteraard kon dit alles alleen functioneren binnen een kader van duidelijkheid (leiderschap), veiligheid (de mees en juf weten wat ze moeten doen als het mis gaat) en gesprek. We besteedden daarom veel tijd aan het praten over allerlei thema’s, wat duidelijk een vormend effect had.
Praktisch gevolg was ook dat we vragen van collega’s of ouders over onze regels niet zo makkelijk meer konden beantwoorden dan eerder het geval was. In plaats van met een paar muisklikken de gewenste regel te presenteren, kwamen we nu vaker uit bij gesprekken die gingen over klasmanagement en over de invloed van ons eigen denken en voelen op regels die we stellen. Ons handelen is immers doortrokken met subjectiviteit. Regels stellen die recht doen aan alle leerlingen en die volstaan in alle situaties, blijft een fikse uitdaging. Heel vaak bereik je met gesprek en maatwerk veel sneller je doel. Wij hebben er geen spijt van gekregen om dit gesprek en maatwerk niet áchteraan, maar vooraan in het vormingsproces van groepen en leerlingen te plaatsen.
Met het starten van dit schooljaar gaat in de klassen ook het proces van groepsvorming weer van start. Het aloude rijtje van forming-storming-norming-performing geeft nog steeds een goede prognose van dit proces. Bouwen aan een klas waarin alle kinderen het fijn vinden en tot leren komen, is geen eenvoudige klus met groter wordende groepen en steeds meer leerlingen met zorgvragen. Je ontkomt er niet aan om leiding te nemen en ook regels te stellen. Reageren met regels is voor de meesten van ons bijna een natuurlijke reactie. Je hoort mij niet zeggen dat er geen regels moeten zijn. Nog sterker, een klas zonder regels bestaat helemaal niet. De grote vraag die we onszelf wel steeds moeten stellen is: wát wil ik de leerlingen leren? Blijven mijn regels vooral gekleurd door mijn persoonlijke grenzen, of zijn ze gebouwd op principes die een leven lang mee zullen gaan? Regels scheppen alleen duidelijkheid en rust als ze goed worden afgestemd en gehanteerd. Nadenken over de vragen achter gedrag brengt je verder en helpt je om het juiste maatwerk te leveren in je klas. Succesvolle afspraken komen in samenspraak tot stand. Laat je leerlingen merken dat je hun eigen inzichten waardeert. Laat je niet leiden door de hectiek en blijf het proces in je groep monitoren. Bouw rustig en doordacht verder en je zult merken dat dit effect heeft.
Onze dochter ontkende met haar vraag niet dat we een gezin zijn waar orde is, maar ze maakte feitelijk duidelijk dat ze grip wil hebben op het proces. Er is iets in haar wakker geworden. Ze wil de regels zien en er ook over kunnen meepraten. Fantastisch toch! En dus hebben we sinds vorige week weer huisregels. We hadden een heel leuk gesprek, waarbij ook de oudere kinderen maar al te graag aanhaakten. Ook voor ons was het weer een handig momentje om heel subtiel wat puntjes op de i te zetten... Het vak op het whiteboard bleef overigens leeg, want de kinderen vonden het bij nader inzien niet nodig om de regels op te schrijven. ‘We weten het wel, makkie.’ Ze zitten dus tussen onze oren…
Gedrag verander je niet met regels. Gedrag verandert door inzicht; van binnenuit. Daarvoor is onder andere ‘educatie’ nodig. Daarvoor ben jij nodig! Leerkracht, een prachtige baan dichtbij de basis. Ik wens je veel succes in het komende schooljaar. Mocht ik iets voor je kunnen betekenen bij het proces van groepsvorming, neem dan gerust contact met me op.