De opmars naar inclusiever onderwijs roept bij veel collega’s in de klas ambivalente gevoelens op. Je gunt het je leerlingen van harte om dichtbij huis naar school te kunnen en tegelijk vraag je jezelf af waar je de armslag vandaan moet halen om dit te realiseren. Mooi om deze dingen met elkaar te kunnen delen en elkaar te helpen met bruikbare tips.
Deze week kreeg ik de kans om hierin iets te betekenen met twee workshops rondom gedragsproblematiek, op de studiedag van PCPO Krimpenerwaard over inclusiever onderwijs. Hieronder wat gedachten en actiepunten die we samen verkend hebben.
We denken vaak eerder aan faciliteiten en randvoorwaarden die nodig zijn (en dat zijn ze ook), maar minder snel aan de ‘sleutels’ die we al in handen hebben om te benutten. Iedereen heeft bijvoorbeeld (unieke) mogelijkheden (vaardigheden, contactuele eigenschappen, interesses, hobby's) om iets te betekenen in de verbinding met leerlingen, waardoor een situatie positief beïnvloed kan worden. Onze sleutelrol hierin maakt de situatie zowel kwetsbaar als kansrijk.
Onderwijs waarin ook kinderen met probleemgedrag een plek kunnen hebben, staat niet los van doordacht klasmanagement. Het gaat vaak om de combinatie van dingen die je doet en de volgorde waarin je ze doet. Denk als een strateeg en bouw aan breed basisklimaat, waarvan zoveel mogelijk leerlingen kunnen profiteren en waarbij je zelf maximale armslag houdt voor individuele begeleiding.
We praten gemakkelijker over probleemgedrag wat kan leiden tot onveiligheid in de klas, dan over onveiligheid in de klas die probleemgedrag tot gevolg heeft. Het laatste komt vaker voor dan je denkt. Veiligheid is een absolute voorwaarde voor ontwikkeling. Er zitten regelbare componenten in, maar voor het grootste deel is veiligheid de opbrengst van de aspecten die deel uitmaken van een doordacht klasmanagement, waarin leerkrachtgedrag een grote rol speelt.
Kinderen met probleemgedrag kunnen dichtbij ons komen; verbaal, fysiek, bij onze emoties. Dit kan bij ons de behoefte versterken om juist de afstand tot het kind te vergroten. Het is onder andere belangrijk om deze ervaringen niet weg te stoppen, maar bespreekbaar te maken, zodat we ons kunnen blijven concentreren op de vraag hoe we in verbinding kunnen komen en blijven.
We kunnen niet groeien in ons vak en de verbreding van ons aanbod zonder fouten te maken. Laat dat je er niet van weerhouden om stappen te zetten, te reflecteren, bij te stellen en weer moedig verder te gaan.
Als armslag een van de grootste problemen is om al die kinderen met verschillende kwaliteiten en behoeften te kunnen bedienen, dan is dat een extra reden om het onderwijs anders te gaan organiseren.
Ook geïnteresseerd in een workshop rondom gedragsproblematiek, mindset en klasmanagement? Neem dan contact met me op.