De kunst van het weglaten

De laatste jaren luister ik vaak muziek van Snarky Puppy, een collectief van muzikanten wat indrukwekkende instrumentale hoogstandjes neerzet. [Weet waar je aan begint als je dit gaat luisteren, want het zal je muzieksmaak veranderen.   ]

Het is vooral knap dat ze het met zo’n grote groep klaarspelen om muziek te maken waarin alle details te horen zijn, terwijl er toch veel ruimte is voor individuele inbreng en improvisatie. Deze muzikanten beheersen de kunst van het weglaten. Iedereen heeft een plek. Iedereen neemt ruimte in en laat ook ruimte open voor de ander. Iedereen komt tot z’n recht.

Ik moet hieraan denken terwijl ik me voorbereid op het geven van workshops over gedragsproblematiek en inclusiever onderwijs. Scholen met betrokken onderwijsmensen denken er uiteraard over na hoe ze hun aanbod nog beter kunnen afstemmen op leerlingen met specifieke behoeften voor onderwijs en/of in verband met hun gedrag. Ik merk dat het idee sterk leeft dat je als school vooral veel extra dingen zou moeten doen om dit alles te faciliteren. Dat is niet zo’n aanlokkelijk vooruitzicht voor al die collega’s die al zo hard (moeten) werken om hun leerlingen te bieden wat ze nodig hebben.

Eén van de wegen naar het realiseren van inclusiever onderwijs is de kunst van het weglaten; het creëren van onderwijsgelegenheid waar zoveel mogelijk ‘ruimte’ is voor kinderen. Daarbij horen vragen als ‘Wat zijn de basisbehoeften voor klassen met een breed draagvlak voor verschillende typen leerlingen?’ of ‘Welke keuzes maken we als school op het gebied van onderwijsvernieuwing?’ of ‘Welke activiteiten organiseren we wel of niet?’

Er kunnen meerdere redenen zijn waarom we als school willen groeien in het aanbieden van inclusiever onderwijs, zoals trots (bij ons wordt er bijna nooit een kind verwezen naar een andere school en dat willen we graag zo houden), noodzaak (we moeten teveel kinderen verwijzen en dat moet veranderen) en ook ambitie. Als ambitie de motor is achter onze wens in het aanbieden van inclusiever onderwijs, hoort daarbij dat we belangen afwegen en prioriteiten stellen. Dat is vaak makkelijker als we een grote groep leerlingen voor ogen hebben, maar zou net zo moeten functioneren als het gaat om een kleinere groep leerlingen binnen onze school.

Toen ik pas met een collega sprak over inclusiever onderwijs, was de reactie: ‘Dan hebben ze het over mindset enzo en dat helpt ons hier niet verder; we doen al zoveel en er kan echt niets bij.’ Ik weet hoe hard er gewerkt wordt en ik begrijp die zorg en emotie! En toch… onze mindset speelt wel degelijk een rol in dat wat we willen bereiken, voor leerlingen en ook voor onze eigen draagkracht. Meer dingen erbij… of juist groeien in de kunst van het weglaten…? De scholen waarin veel soorten kinderen een plek vinden, zijn niet altijd de scholen die voorop lopen met onderwijsvernieuwing. Tenzij het vernieuwing is van deze soort: less is more.