Beloningssystemen
"Woorden geven aan gedrag levert meer op dan een beloningssysteem"
Een uitspraak die waarschijnlijk een beetje prikt. Beloningssystemen zijn immers geliefd in de schoolwereld. En woorden hebben niet altijd een beter effect.
Er bestaan verschillende visies op hoe kinderen (mensen) leren. Diverse leerstrategieën en methodieken zijn hiervan het gevolg en de reden dat we op school van tijd tot tijd ons instrumentarium vernieuwen.
Beloningssystemen grijpen terug naar een ‘oudere’ visie op leren. Het behaviorisme beschouwt belonen (en straffen) als noodzakelijke externe prikkel om tot leren (verandering) te komen.
Inderdaad, kinderen zijn gevoelig voor beloning. Wat beloond wordt, herhalen we en wat een negatief effect heeft, vermijden we. Beloningssystemen geven snelle resultaten en worden vaak ervaren als een positieve benadering. In veel klassen kom ik daarom ‘puntensystemen’ tegen, met privileges als beloning.
Tegelijk weten we dat beloningssystemen gevoelig zijn voor bijeffecten, zoals dat er gewenning optreedt en het effect van de beloning afneemt. Het belonen van gedrag zet aan tot conformeren, wat nog geen garantie geeft voor structurele verandering van gedrag. De rij met bezwaren is uit te breiden.
Zolang het menselijk brein onderwerp van studie blijft, is het niet slim om op voorhand bepaalde interventies als onbruikbaar af te serveren.
Ik wil je wel prikkelen om na te denken over de effectiviteit van het inzetten van beloningssystemen bij het bijsturen van gedrag. Zeker als handelingsverlegenheid je belangrijkste reden is om het zo aan te pakken, zijn er betere opties voorhanden.
- Externe prikkels kunnen helpen bij het bijsturen van gedrag, maar als we de context van het gedrag niet begrijpen, zal het geen structurele verandering brengen.
- Bij klassen waarin het bijsturen van gedrag nadrukkelijk de aandacht vraagt, is het juist zaak om het mechanisme te doorbreken dat de groep lijdt onder of profiteert van de keuzes van een kleine groep.
- Sfeermomenten zoals langer voorlezen en een keer extra spelen moet je niet afhankelijk maken van gedrag, maar juist onvoorwaardelijk inzetten. Het zijn krachtige kansen om sturing te geven aan gedrag.
Maak de beweging van de taal van een systeem naar de taal van woorden.
- Níet omdat woorden automatisch een beter effect hebben. Je kunt met woorden hetzelfde systeem in stand houden.
- Wél omdat woorden toegevoegde waarde hebben als ze inzicht geven in oorzaak en gevolg en kinderen helpen taal te geven aan dingen die ze voelen en ervaren.
Taal geeft begrip en daarmee ook grip.